Vraag1
De volgende beginselen zijn in het boek aan de orde gekomen: gelijkheidsbeginsel, vertrouwensbeginsel, Rechtszekerheidsbeginsel, specialiteitsbeginsel, evenredigheidsbeginsel, consistentiebeginsel en motiveringsbeginsel. Deze worden 2 keer verdeel in materiële/formele beginselen en gecodificeerde/niet-gecodificeerde beginselen.
A
Materiële beginselen: betrekking tot inhoud van de besluiten
Vertrouwensbeginsel motiveringsbeginsel gelijkheidsbeginsel en evenredigheidsbeginsel
Formele beginselen: betrekking tot voorbereiding motivering en inrichting van besluiten
Consistentiebeginsel specialiteitsbeginsel en Rechtszekerheidsbeginsel
B
gecodificeerd beginselen:
Gelijkheidsbeginsel (gedeeltelijk in art 1 GW)
Evenredigheidsbeginsel (art 3:4 lid2 Awb)
Motiveringsbeginsel (art 3:46 Awb)
Niet-gecodificeerde beginselen:
Rechtszekerheidsbeginsel Vertrouwensbeginsel Consistentiebeginsel en specialiteitsbeginsel
Vraag2
Het bestuur dient niet altijd het motiveringsbeginsel in acht te nemen. Hoewel in art 3:46 Awb staat dat een besluit altijd moet worden gemotiveerd staat in art 3:48 Awb lid1 dat de motivatie achterwege mag blijven indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daaraan geen behoefte bestaat. In lid2 staat echter dat die motivering alsnog moet worden gegeven als een belanghebbende in redelijke termijn daarom vraagt.
Vaak moet er dus wel gemotiveerd worden, maar soms mag de motivatie achterwege blijven. Het bestuur hoeft dus niet altijd het motiveringsbeginsel in acht te nemen.
Vraag3
Vaak als iemand een recht heeft verworven wordt er gesuggereerd dat dit recht onaantastbaar is. Dit is echter niet zo, maar het recht beschermt verworven rechten wel tot op zekere hoogte tegen terugwerkende kracht van wettelijke regelingen. Dit noemt men Materiële rechtszekerheid. Soms wordt echter bijvoorbeeld een beschikking wel teruggenomen, wat die terugwerkende kracht is wel toegestaan als bijvoorbeeld iemand een valse opgaven heeft gedaan over een uitkering. Bij het vertrouwensbeginsel is het echter zo dat een bestuursorgaan een verwachting wekt om een bepaalde beslissing te nemen, natuurlijk moet dit vertrouwen wel op expliciete punten berusten. Het verschil tussen het vertrouwensbeginsel en de materiële rechtszekerheid is dat het bij de materiële rechtszekerheid gaat om een verworven recht dat wordt ingetrokken, terwijl bij een beroep op het vertrouwensbeginsel er nog helemaal geen recht is geworven.
Vraag4
Door de burgemeester en wethouders van Gemeente X wordt het beginsel van de formele rechtszekerheid geschonden. Een Besluit van een bestuursorgaan moet duidelijk zijn. De vergunning die aan meneer Y is verleent moet een duidelijke inhoud hebben, maar ook voor de lasten van de vergunning voor meneer Y moet het duidelijk zijn waarom hij voor het kappen van 1 boom maandelijks toch 250 Euro moet betalen aan gemeente x . Dat is hier dus niet het geval en dus is het beginsel van de formele rechtszekerheid wellicht geschonden. Wellicht, omdat het beginsel van formele rechtszekerheid een vage beoordelingsruimte heeft.
Vraag5
De bestuursrechter zal een beroep op het gelijkheidsbeginsel niet snel honoreren, omdat het gewoon erg moeilijk is om vast te stellen of bepaalde situaties ongelijk zijn aan elkaar. Er wordt dan wel gelet op een aantal juridische punten, maar deze zijn vaak niet voldoende om de ongelijkheid van de situaties aan te tonen en daarom is het moeilijk om alleen op het gelijkheidsbeginsel een beroep te honoreren.
Casus vragen
Vraag1
Deze eis is niet in overeenstemming met wat in de Awb is bepaald. Dit is in strijd met het verbod op misbruik van bevoegdheid (Detournement de pouvoir) art 3:3 Awb
Vraag2
Nee, dit is niet in overeenstemming met de Awb, want in art 3:46 Awb staat dat een besluit moet zijn voorzien van een deugdelijke motivering en daar is hier geen sprake van. Hoewel voor Abdoel zelf de motivering wel achterwege had kunnen blijven zoals in art 3:48 Awb zullen er toch nog andere belanghebbende zijn zoals omwonende van het nieuwe restaurant die wel behoefte zullen hebben aan een motivering zoals in art 3:46 Awb geregeld staat.
Vraag3
Ja, dit besluit is in overeenstemming met het bestuursrecht. Hoewel de exploitatievergunning voor een restaurant in de gemeente Borcule een geworven recht is voor Abdoel. Betekent niet dat dit recht onaantastbaar is. Op grond van de materiële rechtszekerheid behoudt het bestuursorgaan (in dit geval de gemeente) het recht om de gegeven begunstigende beschikking (vergunning) onder bepaalde omstandigheden weer terug in te trekken. Dit mag bijvoorbeeld bij het niet nakomen van de voorwaarde waarop deze vergunning is verleent, als een soort sanctie.