Het begin
Het is een gure ochtend eind november. Dunja de dorpsheks stapt in alle vroegte haar kruidentuintje in en snuift de herfstlucht op. “Een goede dag voor kikkerbillensoep,” denkt ze. Het is nog donker buiten en het enige licht is afkomstig van de lantaarns aan de overkant van de straat, in de tuin van de stinkend rijke gezin van Sanne en Sander. Dunja de dorpsheks zucht, die verwaande mensen verpesten de hele natuurlijke balans met hun verlichting. Plotseling wordt haar aandacht getrokken door wat geritsel in de struiken. Verbeeldt ze het zich het nou of zag ze daar een lange harige staart achter de bosjes verdwijnen? Dunja aarzelt niet langer en rent vliegensvlug terug naar binnen, doet alle sloten op de deur en pakt haar glazen bol. Ze is nog maar even bezig met staren, of er verschijnen twee verlichte ogen in de bol. Onmiskenbaar de ogen van een weerwolf. Dat voorspelt niet veel goeds, maar haar dorpsgenoten zullen haar nooit geloven…
De dorpelingen mogen mij een naam pm'en voor morgenavond 22.00
|