Onderwerp: Fantasyverhaal
Enkele bericht bekijken
Oud 4 June 2005, 17:08   #1
Saarah
Girls JustWannaHave Fun
 
Saarah's Avatar
 
Geregistreerd op: 17 August 2003
Locatie: Heist O/D Berg
Berichten: 2.764
Standaard Fantasyverhaal

Ik schrijf eigenlijk nooit fantasy-verhalen, maar heb toch een poging gewaagd
Veel commentaar ajb

Bedroefd zat Ella op de ongemakkelijke stoel naast haar moeders bed. Haar hand had ze op die van haar moeder gelegd, met een hartverscheurend verdriet waren haar ogen gericht op haar moeders gezicht. Na een onbekende ziekte, die nu al bijna een jaar aanhield, was dat helemaal ingevallen. Haar ogen waren gesloten, haar magere borst ging langzaam en regelmatig op en neer.
Met een zucht stond ze op en drukte snel nog een kus op haar moeders voorhoofd. Met zachte passen liep ze door de houten deur en sloot die achter haar. Buiten was het warm, zoals altijd in Lorabexia, het dorpje waarin Ella al haar hele leven, 15 jaren om precies te zijn, woonde.
Met een naar gevoel in haar maag liet Ella zich op de grond voor het houten huisje neerzakken. Daar zat ze tegenwoordig erg veel, onder de schaduw van een klein afdakje, in het mulle zand, tegen de muren van het kleine huisje geleund. Van hieruit had ze een mooi uitzicht op het dorp. Nou ja, niet dat ze van hier veel van het dorp kon zien ofzo. Ze woonden nogal afgelegen, in het centrum van Lorabexia was geen plaats voor de armere dorpelingen. Ella had dit nooit erg gevonden, ze was van zichzelf al niet erg sociaal en werd het liefste door iedereen met rust gelaten. En hier lukte het haar bijna altijd om tot rust te komen. Voor haar zag ze een uitgestrekte zandvlakte, die tenslotte overging in de dorpshuizen. Links of rechts van haar waren geen huizen te zien, behalve dat van Beris, haar oude buurvrouw. Naast Beris’ huis lag een kleine weide, waarop een paar pony’s stonden, de meeste intussen ook al op een waardige leeftijd. Vroeger, toen Ella nog kleiner was, had ze geregeld stiekem een pony van het veld gehaald en was ermee gaan rijden. Niet ver, ze durfde het dorp niet te verlaten, maar de koppige pony’s hadden van haar toch een best goede ruiter gemaakt.
Ella dacht terug aan vroeger, die heerlijke onbezorgde tijd waarin haar moeder nog levendig en gezond was. Haar vader had ze nooit gekend. Haar moeder beschreef hem altijd als ‘een egoďst die haar verlaten had toen Ella amper een paar maand oud was’. Broertjes of zusjes had ze niet gehad. Toch was ze altijd gelukkig geweest, samen met haar moeder. Geregeld waren ze samen tot aan de rand van het dorp gewandeld, daar naar helderrode bessen gezocht of helder water uit de Gelber, de rivier die door het dorp stroomde, geput. Haar moeder had haar al vroeg de verschillen tussen giftige en lekkere bessen geleerd, had haar al op jonge leeftijd geleerd voedzame gerechten te bereiden met de meest simpele dingetjes.
Toen dacht ze terug aan gisteren. Ze had, zoals meestal, naast haar moeder gezeten toen Avaron binnengekomen was. Ze verzonk in gedachten en zag voor haar ogen wat er gisteren gebeurd was…
Er werd zacht op de houten deur geklopt voordat die openging. Ella keek verbaasd op toen ze Avaron, de medicijnman, in de deuropening zag staan. Toen bekroop haar een gevoel van angst. Hij had haar eergisteren nog bezocht om haar moeder grondig te onderzoeken, hij zou toch niet gekomen zijn omdat het tijd was voor haar moeder om te gaan? Dat kon niet, dat mocht niet! Dan zou Ella helemaal alleen achterblijven…
“Ella”, zei Avaron met zijn zachte, maar heldere stem. “Kom even mee.”
Ongerust stond Ella op, en met een laatste blik op haar moeder volgde ze Avaron naar buiten.
Avaron liep een paar meter voor haar uit en stapte flink door. Ella had er grote moeite mee zijn snelle passen bij te houden. Een kwartiertje later waren ze aan zijn huis aanbeland. In tegenstelling tot dat van Ella en haar moeder, was het uit steen gebouwd, en wat groter. Dat was niet verbazingwekkend, aangezien Avaron niet bepaald arm was.
Toen Avaron zijn huis binnenging, bleef Ella aarzelend staan. Avaron wenkte haar. “Kom mee!”
Haastig liep Ella hem achterna en sloot de deur. Avaron ging haar voor naar een klein kamertje, waar 2 stoelen in stonden. Op de wanden hingen een speciaal soort geschriften, die Ella niet kon lezen. Hoewel Ella de meeste letters uit hun alfabet kon lezen, kwam dit haar totaal onbekend voor, dus nam ze aan dat dit geschriften waren uit een andere taal.
”Ella, waarschijnlijk weet je niet helemaal waarom je hier bent, maar vermoed je wel waarmee het te maken heeft?” begon Avaron. Ella knikte.
”Wel, je weet dat ik je moeder gisteren heb laten onderzoeken. Ik heb, samen met een paar medicijnmannen uit de naburige dorpen, gevonden wat haar mankeert. Die ziekte die ze heeft is niet ongeneeslijk. Aan het medicijn is wel heel moeilijk aan te komen. Het medicijn is namelijk een speciaal soort kruid, dat alleen groeit in de donkerste en diepste grotten van Cannover. Omdat dat zo’n verre en gevaarlijke reis is, wil Ranto, het stamhoofd, niemand van zijn krijgers erheen sturen. Ik vrees dat we je moeder zullen moeten laten inslapen.”
“Nee!” zei Ella geschrokken. “Kan… kan Ranto écht niemand naar de grotten sturen?”
”Sorry, Ella”, zei Avaron, zijn stem nog zachter dan normaal.
”Ik zal zelf gaan”, zei Ella toen met vastberaden stem.
”Ella, je kent de weg buiten het dorp niet eens. Jij zult nooit alleen de grotten van Cannover bereiken!”
”Dan bereik ik hen niet, maar ik ga het in elk geval proberen!”
Met tranen in haar ogen stond ze op en wilde weggaan.
“Ella, hier blijven!” deze keer klonk Avaron’s stem sterker. Ella draaide zich om.
”Ik zal de krijgsraad vanavond samenroepen, en ik zal het voorstellen. Aangezien we je toch niet kunnen tegenhouden, krijg ik hen misschien zelfs zo ver dat ze iemand met je mee sturen, of jou een paard geven. Kan je paardrijden?”
Ella knikte.
”Goed zo. Morgenavond rond zeven uur kom ik terug naar je. Ga nu maar.”
”Bedankt, Avaron”, zei Ella zacht. Met bedeesde passen verliet ze zijn huis en wandelde terug naar haar moeder.

Ella opende haar ogen en kwam terug in de realiteit terecht. Ze hoopte echt dat Avaron de krijgsraad had kunnen overtuigen. De krijgsraad bestond uit de belangrijkste mannen uit het dorp zoals de medicijnman, het dorpshoofd en de beste krijgers.
Ella droeg geen horloge, maar aan de stand van de zon te zien was het iets na zes. Enkele minuten later zag ze plotseling beweging op de zanderige vlaktes. Zou het Avaron zijn? Ze kneep haar ogen tot spleetjes en tuurde naar de figuur die naderde. Toen hij nog wat dichter genaderd was, zag ze dat het wel degelijk Avaron was. Ella’s hart sloeg een slag over, er bekroop haar een gevoel van angst en tegelijk hoop.
Zenuwachtig stond ze op en veegde het zand van haar donkerbruine rok, die tot net boven haar enkels reikte. Ze liep naar Avaron toe.
”Ella”, zei Avaron met zijn zachte stem. “Kom even mee. Ik heb goed nieuws voor je.”
__________________
** You're pulling me close, I just say no...
I say I don't like it, but you know I'm a liar...
'Cause when we kiss, oooh, fire! **
Saarah is offline   Met citaat antwoorden