Fictieve begrensdheid van voorwerpen
Een voorwerp is in onze ogen begrensd, eindig. Echter, wie beslist er over de grenzen? Wanneer heb je het nog over het voorwerp en wanneer niet meer? Waar kun je exact de lijn trekken, de grens die onzichtbaar, microscopisch klein is. Is er tussen 2 voorwerpen die tegen elkaar gedrukt staan een gemeenschappelijke grens, staan de grenzen netjes tegen elkaar, is er een ongedefineerde ruimte tussen de 2 grenzen of vormen deze 2 tegen elkaar staande voorwerpen 1 voorwerp met 1 grens?
Indien we voorwerpen als begrensd zien, dan vormt de ruimte (dat het geheel is) een plaats vol begrensde voorwerpen. De ruimte bestaat dus uit een geheel van begrensdheden, hetgeen een paradox vormt met de theorie dat de ruimte onbegrensd, oneindig is.
Na nauwkeurigere analyse van het probleem kan men een hypothese opstellen die dit probleem zou kunnen verhelpen.
De moleculen van alle voorwerpen lopen in elkaar over zonder duidelijke scheiding, hetgeen de onbegrensdheid illustreert. Dit wijst erop dat er geen scheidingslijn is en dus ook geen ruimte tussen de voorwerpen.
è De begrensdheid/scheiding tussen voorwerpen kan alleen als fictief opgevat worden. Alles loopt in elkaar over.
Ik geloof niet in de begrensdheid van voorwerpen, maar de ruimte zou toch begrensd moeten zijn. De ruimte is het geheel, iets is pas een geheel als je het kunt omvatten, er een grens rond trekken.
De ruimte is in mijn ogen niet oneindig. Ik ga er volledig mee akkoord dat het zeer groot is, maar het is niet omdat wij met de huidige stand van onze wetenschappen nog niet in staat zijn de concrete grens te trekken dat het echt eeuwig doorloopt. Het misverstand is dat oneindig te vaak wordt gebruikt als men gewoon bedoelt onmetelijk groot (dit loopt daarom nog niet eeuwig door).
|