morgen=
-uitslapen
-beetje werk voor school maken
-naar vriend toe
-naar huis gaan eten
-terug naar vriend toe
-'s avonds met vrienden naar een feestje in Gent
zaterdag=
-'s ochtends gaan slapen
-'smiddags naar mijn moeder toe
-'s avonds leuke dingen doen met m'n vriend en daar blijven slapen
zondag=
-luieren in bed met m'n vriend