Het kabinet heeft over het onderwerp van auteursrecht en nieuwe media door het formuleren van beleidsuitgangspunten regelmatig stelling genomen, waarbij die uitgangspunten in het Europees overleg ter sprake zijn gebracht. In augustus 1998 heeft de officiële adviescommissie auteursrecht, onder voorzitterschap van Prof. mr D.W.F. Verkade, de Minister van Justitie geadviseerd:
Het advies van de commissie auteursrecht inzake auteursrecht, naburige rechten en nieuwe media heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de formulering van beleidsuitgangspunten. Ook is er overleg geweest met het nationale parlement over de Nederlandse inzet en belangen:
Kamerstukken, brief mei 1999
Kamerstukken, brief november 1999
Kamerstukken, verslag mei 2000
Het kabinet vindt het belangrijk dat de belangen van auteurs, artiesten, cd-producenten, filmproducenten, uitgevers en omroeporganisaties bij het gebruikmaken van nieuwe technologieën Europees en mondiaal worden beschermd tegen misbruik.
De Auteurswet 1912, de Wet naburige rechten en de Databankenwet bevatten daarvoor regels, die het maken van nieuwe creatieve prestaties stimuleren en ook waarborgen dat een passende beloning wordt betaald als anderen van die prestaties gebruik willen maken.
Tegelijkertijd moeten de regels over het auteursrecht in overeenstemming worden gebracht met de belangen van anderen, zoals consumenten, bibliotheken, onderwijs- en onderzoeksinstellingen, vrije nieuwsgaring en mededinging. In de informatiemaatschappij, waarin Nederland dankzij onder andere een snel groeiende telecommunicatiemarkt en een succesvolle uitgevers-, film- en hardware industrie een belangrijke rol wil spelen, zijn eerlijke, heldere en hand te haven regels over bezit van informatie en toegang tot informatie essentieel. De vraag is hoe het juiste evenwicht moet worden bereikt. Het gaat er dan bijvoorbeeld om welke invloed Internet, zoekmachines, het gebruik van computers, cd-branders en technieken om muziek en films te downloaden op die regels uitoefenen.
bron: justitie.nl
|