Een voorbeeld:
Keuze voor domein 5: Ik.
Hoe kijk je aan tegen jezelf? Wie ben je eigenlijk? Je hebt vele rollen en toch blijf je steeds dezelfde. Je wordt door van alles beïnvloed, toch ben je vrij. Is ‘ik’ meer dan een woord?
Vaardigheid 1: waarnemen: Waarnemen is de bron van levensbeschouwing: het levert de ervaringen op die je levensbeschouwing voeden, uit de buitenwereld én de binnenwereld.
Deelvaardigheden: zintuiglijke waarneming, verwonderen, genieten en voelen. Dit werk je verder uit, je maakt zichtbaar hoe dit in jouw leven speelt, hoe deze vaardigheid zich uit bij jou. Je kunt een tekening/schilderij maken, je kunt dagboekfragmenten opnemen, je kunt zelfobservaties maken, je kunt met foto’s werken, je kunt gedichten maken of songteksten invoegen, je kunt verhalen schrijven over ervaringen die je gehad hebt,
Vaardigheid 2: verkennen. Verkennen is nodig voor een brede ervaring, die bijdraagt tot een concrete en rijke levenservaring. Want de werkelijkheid is complex. Je kunt denken aan: openstaan voor anderen, het nieuwe, het onbekende, maar ook het onbekende in jezelf, je eigen overtuigingen durven uitdagen, iets doen wat je niet durft. De ontwikkeling van verkennen speelt zich vooral af in wereldoriëntatie en verhalen. Je moet zichtbaar maken hoe verkennen in jouw leven een rol speelt, toon met allerlei materiaal aan. Je kunt gebruik maken van filosofische vragen, uiteraard van verhalen die je aanspreken, je kunt weer allerlei creatieve uitingsvormen gebruiken, voorbeelden uit je stage, enz.
Vaardigheid 3: verbeelden. Dit levert beelden om samenhang te brengen in ervaringen en laat mogelijkheden zien die verder gaan dan wat er nu is. Belangrijke vormen zijn natuurlijk taal, kunst en creatieve expressie. Je kunt filmmateriaal gebruiken, foto’s, kunst, je lessen beeldende vorming, je hobby’s; alles waarmee je kunt laten zien hoe verbeelden in jouw domein ‘ik’ een rol speelt. Hoe deed je dat als kind, fantasieën en tekeningen bijvoorbeeld. Heb je dromen op dit gebied? Welke films spreken je zeer aan en waarom?
Vaardigheid 4: redeneren. Benoemen van ervaringen, argumenteren over opvattingen en waarderen van wat het leven biedt. Je kunt met name gebruik maken van filosofie, omdat daar redeneren een grote rol speelt. Houd voor ogen om welk domein het gaat, dus in dit geval filosofische vragen die het ‘ik’ betreffen.
Vaardigheid 5: communiceren. In onze pluriforme samenleving is dit van belang, ook kinderen moeten dit leren. Maar hoe communiceer je met jezelf? Een gezonde persoonlijkheid vraagt om een voortdurende interne dialoog waardoor nieuwe visies geïntegreerd worden met bestaande en zo blijf je in beweging. Hoe praat je met jezelf? Houd je een dagboek bij, praat je veel met vrienden/vriendinnen? Hoe kijk je naar jezelf in de spiegel? Maak zichtbaar hoe je communiceert, met name ook voor de klas en in de groep. Je kunt ook studiemateriaal gebruiken, stageverslagen enzo.
Vaardigheid 6: handelen. Dit is vooral belangrijk voor de morele en de sociale aspecten van levensbeschouwing. Deelvaardigheden: kiezen, uitvoeren en doorzetten. Welke keuzes maak je en hoe, ben je snel of twijfel je? Hoe ga je om met straffen en belonen, wie zijn je helden, hoe milieubewust ben je, en hoe kan ik dat zien aan je handelen en wat zegt dat over jou? Alles waarmee je aan kunt tonen dat uit je handelen zichtbaar wordt wie je bent kun je gebruiken voor je portfolio. Voorbeelden uit je stage, uitleg van keuzes die je gemaakt hebt, waaruit blijkt dat je kunt doorzetten?
Tot zover het voorbeeld.
__________________
http://juf-bianca.blogspot.com
- Als je loslaat heb je twee handen vrij -
- Verander vastbesloten van mening -
|