Leiding geven bij het werken met materiaal:
- Sam, jongste kleuter, wilde aan het werk gaan met de mini-loco. Maar hij wist nog niet hoe dat moest. Ik heb hem de juiste pagina’s gewezen, en wat bij elkaar hoorde. Daarna heb ik tegen hem gezegd dat hij de nummers van 1 t/m 12 op de juiste volgorde moest leggen. Dat hd hij gedaan. Ik vertelde hem dat hij nummer 1 moest pakken, en bij het woordje wat bij nummer 1 hoorde moest kijken. Daarna vertelde ik dat hij op het andere blaadje moest kijken welk woordje hetzelfde was als het woordje bij nummer 1. Hij ging aan de slag met de rest, en toen hij klaar was riep hij mij. Samen hebben we het omgedraaid, en gekeken, en hij had het helemaal goed!
- Rondik ging aan de slag met speelleermateriaal. Er waren grote platen, waarop bijvoorbeeld een kam stond, of een lichtknopje, een sleutel. Daarbij had zij kleine plaatjes, bij de kam hoorde bijvoorbeeld een ongekamd en een gekamd kapsel. Ik heb haar uitgelegd wat de bedoeling was, en heb er eentje met haar samen gedaan. Daarna bleek dat zij het toch niet helemaal begrepen had, ook al waren sommige plaatjes onduidelijk. Ik heb haar verteld dat sommige plaatjes omgedraaid moesten worden, en bij eentje heb ik uitgelegd waarom. Daarna leek ze het wel te begrijpen, en even later was zij klaar.
- Jesse had de domino erbij gepakt. Hij wist niet hoe het ‘spel’ moest, maar hij vroeg wel aan mij of ik het met hem wilde spelen. Dus besloot ik om hem gelijk maar alle regels van het spel uit te leggen. Jesse is een jongste kleuter, maar hij kon de stippen goed bij elkaar leggen. Misschien komt dit ook omdat het kleurendomino was, alle enen hadden dezelfde kleur, alle tweeën hadden dezelfde kleur, enz.
Begeleiding geven bij bouw- constructie- of knutselmaterialen 1x
- Jerry en Bas spelen met de reuzelego. Zij zijn bezig met het bouwen van een kasteel. Voor een groot deel is het kasteel al gebouwd, en dat staat wel redelijk stevig. Het is namelijk gebouwd volgens het juiste patroon, zoals je ook een echte muur metselt. Jerry en Bas zijn verder aan het bouwen, maar zij zetten stenen gewoon op elkaar. Ik kijk het even aan en loop er dan naar toe.
’Is dit stevig?’ Zij vinden van wel, maar kijken er wel bedenkelijk bij omdat ik laat zien dat de andere muur veel steviger is. ‘Maar straks gaan we het vastzetten.’ Zij gingen één steen er bovenop op de juiste manier plaatsen, zodat het iets steviger werd. Ik vroeg wat het verschil was tussen de ene en de andere muur. Zelf kwamen ze er niet op. Matthew schoot te hulp: ‘Ik heb die andere muur gebouwd, je moet ze om en om op elkaar zetten, dat is veel steviger.’ De jongens hadden het nog niet echt door, maar ze hebben een paar dingen aardig vast gezet door de stenen ‘goed’ te metselen.
Sjeez, je kan wel zien dat ik met school bezig ben
