t: david
d: hoi
t: doe je morgen ook je zwembroek naar school aan..
d: ik denk niet dat iemand mijn behaarde benen wil zien 
t: iedereen.. doet mee..
t: dus dat zal wel mee vallen..
d: dan doe ik wel principieel niet wat iedereen doet
d: maar zwembroek
d: vind ik wel wat raar
t: ik bedoel zwemkorte broek he..
d: een korte broek of een lange zwembroek?
t: zo'n korte broek he..
t: wat je aan doet om te zwemmen..
d: een slip!?
d: al doe ik die niet aan
t: nee
t: een short
d: een lange zwembroek dus
t: ja
d: een korte lange broek voor te zwemmen
t: jep
d: zonder ondergoed!?
t: dat moet je zelf weten..
t: ik met
d: ik kom wel naakt
t: haha
t: ook goed
d: laten we dat allemaal eens doen
d: nee ik kom niet naakt
t: als jij er mee begint
t: in zwembroek..
d: als ik dichter bij school zou wonen misschien
t: doe hem dan op school aan..
d: en als ik er plezier aan zou beleven
t: natuurlijk beleef je er plezier aan..
d: ik beleef geen plezier en niemand beleeft plezier aan mij in een zwembroek
t: jawel, das juist grappig..
d: niet
t: net als of wij zulke mooie benen hebben..
d: nou ja om uit te lachen
d: ja zeker
t: bij de gym heb je tog ook een korte broek aan..
d: ja korte broek geen probleem maar zwembroek wel
t: dat komt tog op t zelfde neer..
d: hm
d: die is wel te klein
d: ik heb nog een andere, die is te groot
d: en een goede, maar die is kapot
t: dan doe je die te groot aan..
t: dan lijkt t wat langer..
d: moet ik passen
t: ok
d: kan er wel mee door
t: ok
t: mooi
d: slippers?
t: als je dat zelf wilt..
d: komt goed
t: ok
over korte broeken gesproken