Maanmeisje een droom?
Het is laat in de avond.
Stil zit ik voor het raam, op mijn knieën met mijn hoofd tussen mijn handen gedrukt.
Te staren naar de pik zwarte plekken van het heelal wat zo nu en dan wordt belicht door het prachtige maanlicht.
Keek ik hoger dan zag ik een ster, stralen van geluk, die even in zicht was en daarna weer verdween in het duistere niets.
Al dat gezoek naar iets wat ik niet wist te vinden leidde me langzaam in een gedachte, waarvan ik nauwelijks kon bedenken dat ze van mij konden zijn.
Ik zag mezelf op de zelfde plek zitten maar keek ik omhoog
..
Dan waren de sterren veranderd in prachtige, diamanten in zo veel kleuren dat ik even dacht dat ik droomde.
Rood geel groen en oranje, wat voor mij liefde hoop vriendschap en kracht betekend.
En dan de maan, het leek wel een gouden kroon waar al deze diamanten in konden rusten.
De kleurrijke stenen vormde een lange trap, en nodigde mij uit om deze gebeurtenis van dichtbij te bewonderen.
Stond ik boven aan deze lange trap, zag ik de gouden hoeken van de kroon wat gevormd werden door sterren die er al duizend jaar niet waren, ergens ruste in het verre niets heel ver van ons vandaan maar waar van de nu nog in zicht was.
Voorzichtig angstig maar nieuwsgierig tegelijk zette ik mijn eerste stap aan het beginpunt van deze kroon.
Liep ik verder, dan waren alle kleuren op mij gericht, wat afkomstig was van de gouden vogeltjes die er rond fladderde.
Het gezang daar van was zo mooi dat het me voor een korte moment afsluiten van de rest om me heen.
Door al dat vliegen verloor het kleinste vogeltje een veer, wat even in de lucht zweefde en dan lande perscis voor mijn voeten.
Ik raapte het voorzichtig op en legde het op mijn handpalm, streelde het heel voorzichtig met me vingertoppen .
Het voelde zacht en liefdevol aan wat voor mij een teken van vriendschap was maar te gelijkertijd ook een bewijs dat ze bestaan.
Ik sluiten mijn ogen en zak mijn arm recht voor me uit.
Opeens voelde ik gekietel op mijn arm
oeww eng dacht ik, ik durfde niet maar ik opende me ogen direct uit angst
Tot mijn verbazing zat 1 van de vogels op mijn arm mijn aan te staren met grote glinsterende zwarte ogen.
Ik bedankte hem met een paar lieve zachte worden en streelde een paar keer over het hoofdje, keek het nog even aan en liet hem daarna vrij.
Stil keek ik even toe hoe ze ver langs de horizon verdwenen en besloot zelf ook terug te gaan.
De volgende ochtend werd ik wakker op dezelfde plek, namelijk voor het raam.
Ik begon te glimlachen en dacht dit was toch geen droom he?
Toen ik me uitrekte om terug te keren in zithouding besefte ik dat ik heel de nacht mijn rechter hand gesloten gehouden had.
Opende ik hem zag ik het gouden veertje waar ik dit verhaal mee schreef.
|