Mijn kamer, bunker en spook kast (deel 1)
Stil loop ik naar boven en sluit de deur achter me wanneer ik mijn kamer bereikt heb. Mijn kamer is gewoonlijk mijn schuilplaats, mijn bunker. Ik verstop me in de zooi die ik heb verspreid over de grond, en voel een eigen soort gecreëerde veiligheid om me heen. Dit is de kamer waar ik nog gewoon “ik” kan zijn. Waar ik mijn haar niet op orde hoef te hebben en het me niks kan schelen hoe debiel ik aan het mee-blêren ben met de muziek. Hier –ha- , hier kan niemand me wat maken.. Maar dan klopt er iemand aan de deur; of ik even die ‘zooi’ op wil ruimen. Ik laat met een mokkend gezicht mijn onsterfelijke koningsgevoel varen, en begin alles op de eens bepaalde ‘vaste’ plek te leggen. Met de concentratie van een koe probeer ik me toch telkens weer te focussen op dat wat ik aan het doen ben; mijn koninkrijk afbreken.
Na een aantal uren zwoegen en lammen en rondkijken en “alles behalve opruimen”, ben ik dan toch eindelijk klaar. Met een zucht kijk ik naar de lege vloer en netjes opgeruimde prullaria; het klopt niet meer. Maar, geen zorgen, ik maak het wel weer eigen hoor! Binnen no-time ligt alles wat de vloer zich eens heeft toegeëigend weer op de vloer, en voel ik me weer koning te rijk.
Don’t touch my kingdom!
__________________
Nee hoor, grapje.
Laatst aangepast door Wortelbrood : 24 August 2009 om 21:34
Reden: Hoppa, daar staat ie dan weer.
|