Citaat:
Originally posted by GreatBoy
Ik snap er zelf geen van....
|
Ik zie dat het al opgelost is, ik zal het dan even uitleggen
Dus je vervoegt avoir gewoon in de indicatif présent, dus: j'ai, tu as, il a, nous avons, vous avez, ils ont en daarachter zet je het voltooid deelwoord van het te vervoegen werkwoord. Soms is dat regelmatig: bij werkwoorden op -er: stam +é, dat is altijd zo, gewoon logisch denken en zo'n lijstje met onregelmatige ww uit het hoofd leren.
Maar bij sommige werkwoorden, die een beweging uitdrukken, zoals rester, passer, retourner, moet je de indicatif présent van être gebruiken i.p.v. die van avoir.