oe daarmee wel
Van Lat. constans `standvastig, volhardend'. Populariteit kreeg de naam reeds vroeg o.i.v. Constantijn de Grote, de eerste christenkeizer van het Romeinse rijk (274-337). Na zijn overwinning op het Oost-Romeinse rijk koos hij Byzantium als hoofdstad en noemde de stad Constantinopel. De naam kwam al vroeg in gebruik: Saarland 699 (Socin); Constancius, Rijnland 893 (Littger); West-Vla. 7e eeuw (Leys); Noord-Ndl. 12e eeuw. Vormen in Den Bosch in de 14e/15e eeuw: Kost, Kostijn, Stans, Steynsken.