Citaat:
Originally posted by Fade of Light
De formule voor de inhoud van de kegel is:
I = 1/3xGxH
De totale inhoud van de kegel is dus:
I = 1/3xGx1,8
Boven water is er een kegel met hoogte 60 cm
I = 1/3xG(groot)x0,6
Inhoud boven / inhoud totaal = deel van je aantal:
(1/3xG(klein)x0,6) / (1/3xG(groot)x1, = deel boven water
Vereenvoudigen
G(klein) / (G(groot) x 3) = deel boven water
Om de verhouding tussen G en G" te berekenen heb je verhouding tussen de stralen nodig van de kegel en van het kegeltje boven het water.
De verhouding tussen r(groot) en r(klein) is dus 3:1
G(groot) en G(klein) staan dus in der verhouding 9:1.
De formule voor de inhoud boven water was:
GKlein / (Ggroot x 3)
Invullen levert op
1/(9x3) = 1/27 BOVEN WATER.
Onder water zit dus 26/27
|
tjah zo zou je het kunne oplossen, maar dan moet je hoog in het lyceum zitten... en ik weet niet of dat bij hem het geval is