11 April 2003, 11:41
|
#20
|
Nostalgisch lid
Geregistreerd op: 11 January 2002
Berichten: 1.672
|
Even wat informatie
Citaat:
Aan Ajax is weinig joods. De associatie ontstond door de ligging van het stadion dat Ajax tot 11 november 1934 bespeelde, Middenweg 86, ter hoogte van het huidige Christiaan Huygensplein.
"De buurt die werd aangeduid als de jodenbuurt," zegt Ajax-kenner Evert Vermeer. "De supporters van de tegenstanders kwamen aan op station Weesperpoort, waar veel joodse straatverkopers waren. Dus zeiden ze al snel: we gaan naar de joden toe. Maar de club zelf had voor de Tweede Wereldoorlog helemaal geen joodse cultuur.
Ook het huidige Ajax heeft geen enkel joods bestuurslid en geen enkele joodse speler in het eerste elftal. De in 1997 opgestapte Uri Coronel was het laatste joodse bestuurslid; voorzitter Michael van Praag is officieel geen jood, omdat hij geen joodse moeder heeft.
En in 99 jaar Ajax hebben niet meer dan drie joodse voetballers het eerste elftal gehaald: Bennie Muller (1958-1970), Johnny Roeg (1934-1936) en Eddy Hamel (1922-1930).
Heel lang werd aangenomen dat onder de Ajax-leden geen oorlogsslachtoffers waren gevallen. Pas vorig jaar werd bekend dat Eddy Hamel in een concentratiekamp om het leven is gekomen. "Daartegenover staan zeven leden die na de oorlog werden geroyeerd wegens een Duitsvriendelijk opstelling, al is de reden nooit gemeld."
Verrneer noemt het opvallend dat bij Ajax nooit over de wederwaardigheden van de club in de oorlogsjaren wordt gesproken. In zijn boek 90 jaar Ajax schrijft Verrneer dat in 1938 in De Meer tijdens de vriendschappelijke wedstrijd Ajax-Admira Wien de Duitse vlag met het hakenkruis is gehesen voor de 'gasten', die ook nog de Hitlergroet brachten.
En op Hemelvaartsdag verhuurde Ajax het stadion voor feesten aan de fascistische jeugdstorm. Ajax voetbalde net als bijna alle andere clubs door tot het echt onmogelijk was, in 1944 en 1945.
Volgens Vermeer werd 'joden' pas in de jaren zestig voor het eerst werkelijk als scheldwoord voor de Ajacieden bedoeld. Het was de periode van voorzitter jaap van Praag en de spelers Bennie Muller en Sjaak Swart.
Muller herinnert zich dat hij in die tijd ook door spelers van onder meer PSV, Feyenoord en Den Haag werd uitgescholden. "Ze probeerden me uit mijn concentratie te halen en dat lukte ze ook nog. Ik kon daar zo slecht tegen, ik probeerde ze dan altijd een doodschop te geven."
Kinnesinne
Dat het Amsterdamse DWS Ajax steevast 'de neuzenclub' noemde, had volgens Muller te maken met een mengeling van antisemitisme en afgunst. Ajax was toen al de rijke club, gesteund door de, veelal joodse, middenstand.
"En DWS was zogenaamd de arme club. Die kinnesinne was altijd voelbaar als we tegen DWS speelden."
Begin jaren zestig maakte DWS-doelman Jan Jongbloed Muller tijdens een wedstrijd uit voor 'pleurisjood'. Muller vloog hem bijna naar de strot. Jongbloed ontkende dat hij het had gezegd. Pas nadat een onderzoekscommissie zich met de zaak bezig ging houden, gaf Jongbloed toe dat hij het waarschijnlijk wel had gezegd. Muller heeft het hem nooit vergeven.
Pas in de jaren tachtig namen de Ajax-fans het 'joden' als geuzennaam, om de tegenstanders een wapen uit handen te nemen. "Tóen had Ajax er iets tegen moeten doen," vindt Muller. "Nu is het er al zo diep ingesleten dat het te laat is."
Hij neemt het vooral voorzitter Michael van Praag kwalijk. "Hij is zogenaamd goede vrienden met die supporters, maar wat heb je daaraan als ze toch gewoon doen wat ze willen? Het gevolg is dat hij tussen die jongens in staat terwijl ze 'joden, joden' staan te blèren. Vreselijk. Erger kun je je joodse wortels niet verloochenen.
|
__________________
"BESTUUR TEGEN DE MUUR!"
|
|
|