salut Beckie
ben niet 100 zeker van alle zinnen - hoop je toch op weg te hebben geholpen
1.ikzal me met de organisatie van het feest bezighouden.
je m'occuperai de l'organisation de la fête
2.ik heb gekookte ham gekocht
j'ai acheté du jambon cuit
3. wezouden een appartement aan zee huren.
nous devrions louer un appartement à la mer
4. hij heeft zijn broer meegenomen.
il a emmené son frère
5. jij zal de glazen vullen.
tu rempliras les verres
6. wij zullen een brief moeten schrijven.
nous devrons écrire une lettre
7. zij zouden morgen willen naar huis komen.
ils aimeraient rentrer à la maison demain
8. wij konden niet buiten spelen.
nous ne pouvions pas jouer dehors
9. wij hebben hen samen gezien.
nous les avons vu ensemble
10. wij zouden die brief niet kunnen openen.
nous ne pourrions pas ouvrir cette lettre
11. de meisje? wij hebben hen niet meer geantwoord.
nous ne leur avons plus répondues
12.we zullen hem beloven braaf te zijn.
nous lui promettrons d'être sage
13. we speelden met de buren.
nous jouerions avec les voisins
a+
rago