Normaal vind er in de natuur natuurlijke selectie plaats. Een mannetje en een vrouwtje paren om zo een gunstige combinatie genen door te geven. Als jij bv als pinguin wat minder opvalt in het winterlandschap, zal jij minder snel opgevroten worden en kan jij je genen voor die witheid doorgeven.
Omdat je zowel van je pappie als je mammie een pakket genen krijgt, worden genen met bv een ziekte meestal eruit gevist en komt het niet zo erg boven. Echter, als de genenpakketten veel op elkaar lijken (wat het geval is bij familie), kan het zo zijn dat erfelijke ziektes die meestal recessief (onderdrukt in feite) zijn, ineens bovenkomen omdat het dezelfde genen bevat (recessief + recessief = uiting van ziekte). Daarom is het voor het kind niet verstandig om met iemand een kind te maken die familie is aangezien dat de kans vergroot op erfelijke ziektes.
Zoiets ongeveer. Als je het niet snapt, vraag gerust
|