Gegeven zijn de rijen 1 en 2
1: 520, 528, 536, 544, 552, ... met n-de term un
2: 8, 12, 18, 27, 40,5, ... met n-de term vn
a. Geef van rij 1 een directe en een recursieve formule.
b. Geef van rij 2 een directe en een recursieve formule.
c. Vanaf welke n is vn > un ?
( en wat wordt er bedoeld met n-de term un of vn ? )
|