Ontwikkelingspsychologie = de wetenschap die het gedrag bestudeert van de mens in de verschillende fasen van zijn ontwikkeling.
Ontwikkelen:
Groeien: lichamelijke groei.
Leren: verwerven van theoretische, praktische en sociale kennis en vaardigheden.
Rijping: je moet eraan toe zijn om iets te leren.
Ongeboren kind (prenatale fase: 40 weken)
Zuigeling (0 -18 maanden)
Peuter (18 maanden – 4 jaar)
Kleuter (4 – 6 jaar)
Schoolkind (6 – 12 jaar)
Puber (12 – 17 jaar)
Adolescent (17 – 22 jaar)
Volwassene (22 – 65 jaar)
Oudere mens (65 jaar en ouder)
Factoren die invloed uitoefenen op de ontwikkeling van de mens:
- interne factoren
- externe factoren
- zelfbepaling
Interne factoren -> Sommige mogelijkheden en beperkingen komen voort uit erfelijk materiaal. Die staan bij de geboorte al vast.
Externe factoren -> Milieu, cultuur en natuur helpen ook de ontwikkelingen van de mens te bepalen.
Zelfbepaling -> is de mogelijkheid om zelf richting te geven aan je eigen ontwikkeling.
Markante levensgebeurtenissen , zijn positieve (kind,trouwen) of negatieve (ziekte,overlijden) dingen in het leven die van grote invloed zijn op de ontwikkeling van de mens.
De ontwikkeling van de mens is onderverdeeld in verschillende deelaspecten:
- lichamelijk aspect
- cognitief aspect
- sociaal aspect
- persoonlijkheidsaspect
- emotioneel aspect
- seksueel aspect
Lichamelijk aspect -> Motorische ontwikkeling (de ontwikkeling v/d beweging), zintuiglijke ontwikkeling (de ontwikkeling van onder andere het zien en horen).
Er is onderscheid tussen grove (armen/benen) en fijne (handen/voeten) motoriek.
Cognitief aspect -> Verstandelijke ontwikkeling, taalontwikkeling, ontwikkeling van denken en geheugen.
Sociaal aspect -> Ontwikkeling van de omgang met anderen, ontwikkeling van acceptatie van anderen en ontwikkeling van sociaal gedrag.
Persoonlijkheidsaspect -> Vorming van eigen identiteit, ontwikkeling van de eigen wil, de eigen opvattingen van meisjes- en jongens gedrag.
Emotioneel aspect -> Ontwikkeling van gevoelens van (basis)vertrouwen en veiligheid.
Seksueel aspect -> Ontwikkeling van seksueel gedrag, ontwikkeling van lichaams- en lustbeleving, ontwikkeling van waardering voor eigen lichaam.
Belangrijkste voorwaarden om tot ontwikkeling te komen:
1. Een kind moet zich veilig en vertrouwd voelen bij de opvoeder.
2. Er moet zowel verbaal als non-verbaal contact zijn tussen ouders/opvoeders en kind.
3. Er moet een stimulerende omgeving zijn.
4. Een kind moet de gelegenheid krijgen om veel te leren.
5. Een kind moet de mogelijkheid hebben om te spelen.
6. Een kind moet voldoende bewegingsvrijheid krijgen om de omgeving te onderzoeken.
Spel bevordert de:
- lichamelijke ontwikkeling
- cognitieve ontwikkeling
- sociale ontwikkeling
- persoonlijkheidsontwikkeling
- emotionele ontwikkeling
Lichamelijke ontwikkeling -> Hij leert zijn lichaam kennen en gebruiken.
Cognitieve ontwikkeling -> Hij leert de eigenschappen van voorwerpen kennen.
Sociale ontwikkeling -> Door het spelen met anderen leert het kind contacten leggen en onderhouden.
Persoonlijkheidsontwikkeling -> Spel doet beroep op creativiteit en fantasie, ook leert ie zichzelf kennen.
Emotionele ontwikkeling -> Het kind leeft zich uit in het spel. Hij speelt situaties na die hem zijn overkomen en beleeft ze opnieuw waardoor hij ze kan verwerken.
Schoolstuff!!
