[dext0r]

gsm weet ik ook wel wat dat is...dat woordt gebruik ik ook gewoon altijd

kleedje? dat is toch gewoon een kleine vorm van een kleed?
of is dat een jurk?


en @BW..is het niet zo dat het gebit is onderverdeeld in die groepen...?
hoewel het wel gewoon aannemelijk is hoor..wat je zegt
Dens Sapientiae

lijkt trouwens dat nederlands de enige taal is die het woord 'verstandskies' gebruikt..alle talen lijken wel wijsheidstand te gebruiken


en offtopic..maar voor dat belgisch/NL shit..

dit zo'n handig lijstje?

En als ge er nog goesting in hebt .... aangeladen - dronken
een aanbevolen brief - een aangetekende brief [< Fr.: une lettre recommandée]
amortisseurs - schokdempers
annemekarefiets - tandem
alleenbouw - vrijstaande woning
alleszins - hoe dan ook
afgang (m.) - buikloop, diarree
ambetant, < Fr. embêtant - hinderlijk, naar, vervelend, onaangenaam
bassen - blaffen/snauwen
baancafé - wegrestaurant
bekanst - vrijwel, bijna
bekaf - doodop
bekomen - (ver)krijgen, ontvangen
bic - < Fr. pen
blèten - (ook: bleiten), huilen, bleren, schreien
bonpapa (ook: bompa) - grootvader, opa
bonmama (ook: bomma) - grootmoeder, oma
briefomslag - envelop
brieventas - portefeuille
camionnette - bestelwagen
champetter - [ contacteren - contact opnemen met
dactylowerk - typewerk
dagbladronde - krantenwijk
dekken - een bed opmaken
depannage - panne
dododoen - slapen (kindertaal)
doelwachter - (sportterm), keeper
dooddoen - (iemand) vermoorden
doorgaan/plaatsnemen - plaatsvinden
doorgangsbewijs - entreekaart
doormeter - diameter
doppen, stempelen - ww-trekken
dopper - werkloze
dresseren - temmen, tam maken
droogkas - wasdroger
drukkookpan - snelkookpan
druksel - drukwerk
dwarsen - oversteken (van een straat)
echtgenote - vrouw
eerbiedigen - respecteren
evident - vanzelfsprekend, normaal
fier - trots; fier gaan op iemand - trots op iemand zijn
fonoplaten - grammofoonplaten
frak - [< Fr.: frac] jas
gaanpad - stoep, trottoir
gans - heel; gans de wereld, de hele wereld
garagist - [< Fr.], garagehouder, (benzine)pomphouder
gasthuis - ziekenhuis
gazet - dagblad, krant
geire - graag: ik zie u geire/graag/gaarne - ik hou van jou
gelijkvloers - benedenverdieping
gemak - toilet, wc.; openbaar gemak
getrouwheidskaart - klantenkaart
gij - u,jij; ouders tegen kinderen: U
goesting - smaak, zin, trek
grasplein - gazon, grasveld
heps - ham (hesp)
ijzeren weg - [< Fr. chemin de fer], spoorweg, trein
kassei - kei, kinderhoofdje
kassierster - caissière
klak - [< Fr.: claque], pet
korf - mand
koeltoog - koelvitrine
kogelpen - balpen
kookpot - pan
kwakzalver - iemand die niks kan, aansteller
leefkamer - [< Eng.: living room], woonkamer
lijfje/lijveke - hemd
hemd - overhemd
vest aan de kapstok - jas op een kleerhanger
lopen - rennen
luik - deel(van een programma)
maar - slechts ('dit is maar mogelijk indien...')
grote magazijnen - warenhuizen (grands magasins)
majorette - dansmarieke
meer bepaald - met name
mistevreden - ontevreden
mondmuziekje - mondharmonica
monitoren - beeldschermen
mutualiteit - ziekenfonds
okkasiewagen - tweedehands auto, occasion, koopje
omleggen omspitten/omleiden
omwille van - wegens
ontgoochelen - teleurstellen
paasbloem - narcis
panne - [< Fr.], autopech
pompen - zich opdrukken
pree - [< Fr. prêt] zakgeld/salaris
proper - netjes, schoon
quasi - zowat
raadpleging spreekuur
rijf - hark
salon - huiskamer/beurs
schuimwijn - mousserende wijn
(schuur)borstel; schuren - bezem; schrobben('schuren' ook Brabants)
schoonbroer - zwager
seffens - zo meteen
smikkelen - (ergens van) genieten
stielkennis - vakkennis
stielman - vakman
studentin - studente
subiet - meteen
syndicaten - vakbonden
ik zal u terug telefoneren - ik bel u terug
terug ('het gaat terug regenen') - opnieuw
tonen - laten zien
toograam - etalage; syn.: uitstalraam
tube - fietsband (lekke tuub)
uitwijkeling - emigrant (inwijkeling - immigrant)
vaneigens - vanzelfsprekend
verwittigingsschot - waarschuwingsschot
volstaan - voldoende zijn
voorbehouden - gereserveerd
vuilbak - vuilnisbak
waarborg - garantie
wagen - auto
wallebakken - stappen, feesten
wedde - loon
weekeinde- weekend
weeral - alweer
weps - wesp
werfbarakken - bouwketen; werf - bouwterrein
werkonbekwaam - ziek
wijsheidstand - verstandskies
ziek vallen - ziek worden
zwikzwak - een lange magere slungel