neu·ken (ov.ww., ook abs.)
1 [inf.] vrijen, geslachtsgemeenschap hebben met (iem.)
ge·slachts·ge·meen·schap (de ~ (v.))
1 seks waarbij de man met zijn penis het lichaam van de partner binnendringt => bijslaap, cohabitatie, coïtus, copulatie, de oudste beweging ter wereld, gemeenschap, geslachtsdaad, liefdesdaad, minnespel, nummertje, van dattum, wip
oraal (bn.)
1 van of door de mond
duss kortom..
"het" doen gebeurt met twee geslachtsorganen (penis + vagina)
oraal gebeurt met een geslachtsorgaan (penis/vagina) en een mond.
om het maar even heel grof te omschrijven
|