hahahaaha
bron: Leidsch dagbald:
Een spelletje waaraan beide geslachten konden deelnemen was verstoppertje. Je was met een groep jongens en meisjes en iemand moest 'hem' zijn. Om die ongelukkige aan te wijzen werd er een aftelversje gezegd. 'Ie wie waai weg'. Degene die bij 'weg' werd aangewezen, hoefde 'hem' niet te zijn. Zo ging het aftellen door tot er nog maar één overbleef en die was 'hem'. Hij of zij moest met zijn gezicht naar de muur gaan staan, met de hand voor de ogen, en tot 100 tellen. De rest verstopte zich. De ongelukkige moest ze gaan zoeken. De kinderen die zich verstopt hadden konden van de afwezigheid van de zoekende profiteren. Ze liepen naar de plaats waar hij had staan tellen (de buurtpaal?) en riepen buurtvrij. Zo waren ze gevrijwaard van de straf om zelf nu tegen die muur te moeten gaan staan. Die straf kreeg het kind dat er niet in geslaagd was op tijd de buurtpaal aan te tikken.
En toch is het buurt vrij