In een klas van 20 leerlingen zijn er 5 voetballers en 7 zwemmers. Daaronder zijn er 3 leerlingen die zowel voetballen als zwemmen. Als we lukraak een leerling aanduiden, wat is dan de kans dat hij voetbalt of zwemt?
Oplossing:
5/20 + 7/20 - 3/20 (voetballen OF zwemmen)= 9/20
OF is optellen
EN is vermenigvuldigen
Bedoel je zoiets? Je kan dit aanpassen naargelang de klas.
__________________
We'll meet again, don't know where, don't know when, but I know we'll meet again some sunny day.
|