Bright Eyes
Sunrise Sunset
Sunrise, sunset.
Sunrise, sunset.
Swiftly go the days.
Sunrise, sunset.
You wake up, then you undress.
It always is the same.
A sunrise and a sunset.
You are lying while you confess, keep trying to explain.
The sunrise and the sun sets you realize
and then you forget what you have been trying to retain.
But everybody knows that it is all about the things
that get stuck inside of your head,
like the songs your roommate sings
or a vision of her body as she stretches out on your bed.
She raised her hands in the air and asked you,
When was the last time you looked in the mirror?
Because you have changed.
Yeah, you have changed.
Sunrise, sunset.
You are hopeful and then you regret.
The circle never breaks.
With each sunrise and sunset there is a change of heart or address.
Is there nothing that remains?
For a sunrise or a sunset.
You are manic or you're depressed.
Will you ever feel ok?
It's a sunrise and sunset, your lover is an actress.
Did you really think she would stay?
For a sunrise and sunset.
You are either coming or you just left but you are always on the way.
Towards a sunrise or a sunset, a scribble or a sonnet.
They are really just the same.
To the sunrise and the sunset.
The master and his servant have exactly the same fate.
It's a sunrise and a sunset.
From a cradle to a casket.
There ain't no way to escape.
The sunrise and the sunset.
Hold your sadness like a puppet, just keep putting on the play.
But everything you do is leading to the point
where you just won't know what to do.
And at that moment you may laugh
but there is someone there who will be laughing louder than you.
So it's true, the trick is complete.
Now you have become everything you said that you never would be.
You're a fool! You're a fool!
Sunrise, sunset, sunrise, sunset.
The sunrise and the sunset.
Sunrise, sunset.
Go home to your apartment
and put the cassette in the tape deck and let that fever play.
Sunrise, sunset.
Where are you Arienette?
Where are you Arienette?
Zotte morgen
Zjef Vanuytsel
de nacht sluipt weg de lucht verbleekt
de schimmen vluchten zwijgend
en aan de verre horizon
begint de zon te stijgen
en daar trekt uit de nevel op
de klaarte van de dageraad
met in zijn schoot geborgen
de zotte morgen
de stad ontwaakt de eerste trein
breekt door de stilte en op zijn
signaal begint de wildedans der dwazen
de mens kruipt uit zijn ledikant
denkt aan zijn werk en met zijn krant
ijlt hij nog halfslaperig door de straten
de wereld herneemt zijn zotte zorgen
het ritme van de zotte morgen
nu kleurt de einder rood en valt
de kou zacht door de ramen
de stilte vlucht voor al’t lawaai
dat opstijgt uit de straten
en daar is dan de morgen weer
een schaterlach en elke keer
verdrijft hij zonder schromen
de nacht de dromen
de stad wordt wild en auto’s razen
door zijn poorten en de laatste
rust wordt uit zijn schuilhoek gedreven
vogels vluchten vol verdriet
uit zijn torens want hun lied
wordt nu door niemand meer begrepen
mensen lopen naast elkaar
een verre groet een stil gebaar
want alles wordt nu door de tijd gemeten
de wereld herneemt zijn zotte morgen
het ritme van de zotte morgen
maar’t land zelf slaapt zijn roes nog uit
diep onder’t loof verscholen
hier komt geen mens of geen geluid
d’oneindige rust verstoren
terwijl de stad nu raast en schreeuwt
de morgen zijn bevelen geeft
wordt hier bij’t ochtendgloren
de dag geboren
en ook de kinderen en de dwazen
blijven tussen de rozen slapen
ver en veilig geborgen
voor het ritme van de zotte morgen
|