|
Car·na·val (het ~) 1 de drie dagen die aan de vasten voorafgaan, waarop velerlei feestelijkheden plaatshebben 2 die feestviering zelf 3 [in Belg.] de dagen in het voorjaar waarop in Vlaanderen feesten, optochten en kroegentochten plaatshebben |
|
Onderwerpopties | Stem op Onderwerp | Weergavemodus |
![]() |
#4 |
Guest
Berichten: n/a
|
![]()
Dat zijn geen carnavalskrakers, dat is apres-skiprut die in een halve avond in elkaar is geflanst door een of andere sjaak die weer dollartekens in de ogen heeft..
Höf d'n glazer in de loch, dat is pas een goed nummer! ![]() |