mach's gut
5 Grüezi miteinand!
We hebben twee maanden zomervakantie gehad. = Wir hatten zwei Monate Sommerferien.
Waar ben je in de vakantie geweest? = Wo warst du im Urlaub?
We vliegen dit jaar naar Marokko. = Wir fliegen dieses Jahr nach Marokko.
Wij gaan met het hele gezin naar Zwitserland. = Wir fahren mit der ganzen Familie in die Schweiz.
Ik zou liever met de tent door Zweden trekken. = Ich würden lieber mit dem Zelt durch Schweden ziehen.
Ik vind het leuk om op vakantie veel jonge mensen tegen te komen. = Mir gefällt es, wenn ich im Urlaub viele junge Leute treffe.
Ik wil lui zijn, ik ga naar het strand/ naar zee. = Ich will faul sein, ich fahre an den Strand/ ans Meer.
Ik vind een actieve vakantie in de bergen leuk. = Mir macht ein Aktivurlaub in den Bergen spaß.
We hebben een fantastische tijd gehad! = Wir haben eine tolle Zeit gehabt.
In Berlijn is altijd wat te beleven! = In Berlin ist immer was los!
Hoe kom ik het snelst bij de luchthaven? = Wie komme ich am schnellsten zum Flughafen?
Daarginds is een metrostation. = Da drüben ist ein U-bahnhof.
Mag je hier fotograferen? = Darf man hier fotografieren?
Zoveel u wilt, maar alleen zonder flits. = So viel Sie wollen, aber nur ohne Blitz.
Kun je hier ook fietsen huren? = Kann man hier auch Fahrräder leihen?
Het spijt me, we verhuren enkel scooters. = Tut mir Leid, wir vermieten nur Motorroller.
Een dagkaart kost twintig euro. = Eine Tageskarte kostet zwanzig Euro.
Dat is niet bepaald goedkoop! = Das ist gerade nicht billig!
Kan ik je surfplank even hebben? = Kann ich dein Surfbrett kurz haben?
Natuurlijk, ik wil net gaan waterskiën. = Na klar, ich will gerade Wasserski laufen.
In onze vakantie heeft het aan een stuk geregend. = In unserem Urlaub hat\'s pausenlos geregnet.
Wij hebben alleen af en toe een onweersbui gehad. = Wir hatten nur hin und wieder ein Gewitter.
Alles bij elkaar was de vakantie geweldig! = Alles in allem war der Urlaub großartig!
Wat wij niet allemaal hebben meegemaakt! = Was wir nicht alles erlebt haben!
|